Het blind ontwormen van ooien rond lammertijd was vroeger een bekende ontwormregel. Echter werkt het vaak en blind ontwormen van de gehele kudde wormresistentie in de hand. Daarbij komt dat het ontwormen van de hele kudde duur en tijdrovend is. De adviesgroep Sustainable Control of Parasites in Sheep (SCOPS) adviseert schaapherders om het blind ontwormen rondom lammertijd te heroverwegen.

Welke schapen een ontworming nodig hebben, wordt met de onderstaande vijf vragen beantwoord.

1 Waarom ontwormen we ooien? Dat is om het aantal wormeitjes op het weiland laag te houden. Samen met de overwinterde larven op het weiland is dit de infectiebron voor de lammeren later in het seizoen. Ooien gaan rondom het lammeren meer wormeitjes produceren aangezien hun immuunsysteem tijdelijk zwakker is. Maar de volwassen ooien zelf hebben voldoende weerstand en het is voor hun eigen gezondheid onnodig om te ontwormen. Er kan dus onderscheid worden gemaakt tussen ooien die veel of weinig wormeitjes uitscheiden en het selectief ontwormen van de juiste ooien.

2 Welke ooien hebben een ontworming nodig? De ooien waarbij het laatste deel van de zwangerschap zwaar of moeilijk is. Denk aan ooien met een slechte conditie (lage body conditie score), jonge ooien en ooien die drie lammetjes dragen. Deze ooien in ieder geval ontwormen rondom het lammeren.

3 Wat het minimaal aantal ooien dat niet ontwormd moet worden? Om het wormresistentieproces te vertragen is het advies om 10-20% van de ooien niet te ontwormen.  Dit betekent 10-20% van elke graasgroep, dus niet over de gehele kudde heen. Schapenhouders die mestonderzoek (laten) doen, zien dat het percentage onbehandelde ooien zelfs nog veel hoog is zonder dat het effect heeft op de gezondheid van de lammetjes.

4 Welk bewijs ligt ten grondslag aan het advies om ooien selectief te ontwormen? Verschillende onafhankelijke onderzoeken hebben aangetoond dat er geen voordeel is in het blind ontwormen van ooien in de lammertijd. Mestonderzoek uitslagen van lammetjes van ontwormde ooien zijn niet lager dan van niet-ontwormde ooien.

5 Waarom is het beter om niet een langwerkend ontwormingsmiddel zoals moxidectine te gebruiken? Hoe verleidelijk het ook is, schaapsherders die jaar in jaar uit blind ontwormen riskeren wormresistentie tegen moxidectine. Moxidectine (drench en injectie) goed overwegend gebruiken en daarbij letten op het volgende:

  • Het is dubbel belangrijk om 10-20% van de ooien onbehandeld te laten.
  • De werkingsduur van moxidectine is niet gelijk voor alle wormsoorten.
  • Ontwormen van ooien heeft geen effect op het Nematodirus risico voor lammeren.
  • Ontworm ooien niet elk jaar met moxidectine en zeker niet als ze naar dezelfde weilanden als het voorgaande jaar gaan of als ze naar een laag besmet weiland gaan.
  • Zogende lammeren krijgen kleine hoeveelheden wormmiddel via de melk binnen en dragen zo bij aan het wormresistentieproces.

Gareth Owen, schaapherder, monitort al vele jaren de ei-uitscheiding van de ooien rondom lammertijd. Hij ziet dat de meerderheid van de ooien weinig wormeitjes uitscheiden. Alleen tweejarige en magere ooien geeft hij rondom het lammeren een ontworming. Gareth geeft aan dat hij het risico op snelle wormresistentie-ontwikkeling wil voorkomen en zeker niet alle ooien te ontwormen omdat het altijd al zo gedaan is. Zo is het op langer termijn ook mogelijk om goed wormmanagement te behouden.

Bron artikel in SCOPS.