In 2016 is door Rolf Nijsse van de Universiteit Utrecht een proefschrift geschreven over adviezen ter bestrijding van spoelwormen bij honden. Vooral de vraag of vier keer per jaar blind ontwormen zinvol is, komt goed in het onderzoek naar voren. Het is effectiever om de ‘wormy’ honden op te sporen met mestonderzoek, te ontwormen indien nodig en om de ontlasting op te ruimen. Hiermee gaat de omgevingsbesmetting flink omlaag en levert een goede bijdrage aan de volksgezondheid.

De spoelworm (Toxocara canis) is de meest voorkomende worm bij honden in Nederland. Deze worm komt bij vijf procent van de honden voor. Het gaat vooral om pups en jonge honden. Bij volwassen honden komt een actieve ofwel patente infectie weinig voor. Helaas is onbekend waarom een volwassen hond soms toch een actieve infectie met uitscheiden van wormeitjes krijgt. Actieve infecties leveren gevaar op voor de volksgezondheid. De spoelwormeitjes kunnen ook mensen besmetten. Het overdragen van ziekte of infectie van dier naar mens heet zoönose.

Omgevingsbesmetting

De spoelwormeitjes in de omgeving zijn voor een belangrijk deel afkomstig van honden. Daarnaast vervuilen katten en vossen de omgeving eveneens met veel spoelwormeitjes. Zeven procent van de binnenkatten scheiden spoelwormeitjes uit maar dit kan hoger zijn als zwerf- en buitenkatten worden meegerekend. Bij vossen komen spoelwormen erg vaak voor namelijk 61%! Pas dus op met het plukken van bramen. Als je toch een infectie krijgt, dan worden de spoelwormlarven niet volwassen en kunnen de larven ergens in je lichaam ziekte veroorzaken.

Risicofactoren

Voor een deel zijn de risicofactoren op een spoelworminfectie bekend nl. bij het eten van prooidieren of bij teefjes met jonge pups. Het onderzoek toont aan dat andere risicofactoren op een spoelworminfectie bij honden zijn:

  • De loslooptijd. Hoe langer loslopen, hoe groter de kans op infectie.
  • Eten van ontlasting.
  • Recentelijk verblijf in een gastopvang (pension, kennel).

Honden die vier keer per jaar werden ontwormen en geen van de bovengenoemde drie risicofactoren hadden, was geen actieve infectie aan te tonen.

Conclusie: Niet iedere hond heeft een even groot risico op het uitscheiden van spoelwormeieren. Het lijkt voor een groot deel van de honden niet noodzakelijk om vier keer per jaar blind te ontwormen.

Ontwormfrequentie

Slechts zestien procent van de hondeneigenaren hielden zich aan de landelijk geadviseerde ontwormingsfrequentie van vier keer per jaar. De redenen kunnen zijn dat eigenaren het oneens zijn met het ontwormingsadvies of omdat men niet op de hoogte is van het landelijk advies. Het ontwormingsadvies is niet verplicht en ontwormingsmiddelen zijn vrij verkrijgbaar.

Opruimen ontlasting

Met behulp van computersimulatie kon de invloed van het opruimen van de ontlasting worden bepaald. Als hondeneigenaren die het landelijke ontwormingsadvies niet volgen de ontlasting opruimen, geeft dat een aanzienlijke daling in de omgevingsbesmetting. Het opruimen van de mest heeft een vergelijkbaar effect op de omgevingsbesmetting als maandelijks ontwormen.

Spoor de ‘wormy’ honden op

Slechts een klein deel van alle honden heeft last van spoelworminfecties. Spoor deze ‘wormy’ honden op en ontworm deze regelmatig. Dit is een effectievere aanpak zijn dan alle honden vier keer per jaar blind ontwormen.

Mestonderzoek

In dit onderzoek is mestonderzoek met de centrifuge sedimentatie-flotatiemethode gedaan. Een andere handigste methode is de Mini-FLOTAC methode waarvoor geen centrifuge nodig is. Deze methode is 5-10 keer gevoeliger dan standaard mestonderzoek volgens McMaster en minder foutgevoelig dan de sedimentatie-flotatiemethode. Beide mestonderzoekstechnieken komen aan bod in de Gevorderde mestonderzoekcursus.

Als je hond ontlasting van andere honden heeft gegeten, wacht dan drie dagen met het mestonderzoek. De opgegeten ontlasting kan spoelwormeieren bevatten. Deze gaan onveranderd door het spijsverteringskanaal en komen in de ontlasting terecht. Je zou dan onterecht een spoelworminfectie aantonen.

Ontwormingsadvies

Bij de dierenarts kun je mestonderzoek laten doen en aan de hand van de uitslag ontwormen.

Zonder mestonderzoek gebruik je het European Scientific Counsel Companion Animal Parasites (ESCCAP) keuzediagram voor het blind ontwormen van hond en kat. Realiseer je wel dat vaak onnodig blind ontwormen leidt tot snelle ontwikkeling van wormresistentie.

Bronnen

Nijsse E.R., A critical reflection on current control of Toxocara canis in household dogs, 2016, het proefschrift is in het Engels met een Nederlandse samenvatting.

European Scientific Counsel Companion Animal Parasites (ESCCAP) website https://www.esccap.eu/.