Kleine bloedwormen komen bij alle paarden over de gehele wereld voor. Er zijn nog slechts twee ontwormingsmiddelen (ivermectine, moxidectine) tegen kleine bloedworm werkzaam. Het is dus van groot belang om te weten onder welke condities wormresistentie tegen deze wormmiddelen zich het snelst ontwikkeld.

Heel veel gegevens over o.a. het weer in vier verschillende klimaten, levenscyclus kleine bloedworm, strategisch en selectief ontwormen zijn met een computersimulatie geanalyseerd.

De belangrijkste resultaten zijn als volgt:

  • Hoe vaker ontwormen, hoe sneller wormresistentie zich ontwikkelt.
  • Het minderen van zes naar vier blinde ontwormingen per jaar voor de gehele kudde, heeft geen tot weinig effect op de vertraging van wormresistentie.
  • Het vertragen van wormresistentie lukt alleen als slechts één tot maximaal twee keer per jaar wordt ontwormd.
  • Als de ontwormfrequentie laag is (1 tot 2 keer per jaar) dan wordt het seizoen of zelfs maand van de ontworming belangrijk. In het Noord-Europese klimaat is een strategische ontworming (=blind ontwormen alle paarden) in de periode van winter tot vroeg voorjaar het beste om wormresistentie te vertragen.
  • De impact van selectieve ontworming op wormresistentie is afhankelijk van het klimaat en het seizoen. In het (sub)tropische klimaat heeft het moment van ontwormen nauwelijks invloed op de snelheid waarmee wormresistentie zich ontwikkeld.
  • Selectieve ontworming (= alleen de paarden met hoge ei-uitscheiding ontwormen) in het voorjaar (april) heeft in Noord-Europa het hoogste effect op wormresistentie vertraging.

Meer studies met behulp van computersimulatie zijn nodig om de invloed van wormresistentie ontwikkeling in kaart te brengen.

Het researchrapport ‘The effect of climate, season, and treatment intensity on anthelmintic resistance in cyathostomins: A modelling exercise’ van Martin K. Nielsen, Christian W. Sauermann en Dave M. Leathwick  is researchrapport te lezen.