Bij mestonderzoek kom je soms iets onverwachts tegen. Een oud-cursist kwam het volgende in de paardenmest tegen.
Op de foto hierboven zie je paardenmest met twee lintwormsegmentjes. Meestal zijn de segmentjes kleiner en niet duidelijk in de mest te herkennen. De segmentjes kunnen nog bewegen en leven dus nog in verse mest. Met mestonderzoek was echter niet de meest voorkomende D-vorm van lintwormeitjes te zien maar ronde, ovale eitjes. Er zijn drie lintwormsoorten bij paarden:
- Anoplocephala perfoliata is de meest voorkomende met de typische D-vormige wormeitjes.
- Anoplocephala magna komt zelden voor in Europa.
- Paranoplocephala mamillana komt eveneens zelden voor.
Van dit monster is een uitstrijkje gemaakt. Hiervoor neem je een speldenknopje van de vloeistof, slijm uit het segmentje en breng je op een objectglaasje over. Daarna één druppel water toevoegen en mengen met het monster. Leg een dekglaasje op het monster zodat een mooi, egaal laagje onder de microscoop te zien is. Direct waren heel, veel wormeitjes te zien. Op de foto hieronder zie je enkele lintwormeitjes met 400x vergroting. Bij het linkse eitje is binnenin de ronde kern met peervormig omhulsel goed te zien. Dit is kenmerkend voor lintwormeitjes.
Anoplocephala magna of Paranoplocephala mamillana wormeitjes bij 400x vergroting.